Van FOMO tot Grooming

Van Dale wordt alsmaar dikker (of langer, als je de online versie gebruikt). Vooral online termen worden in rap tempo opgenomen. Kun jij het nog bijbenen allemaal? Phishing? Malware? Hoax? Grooming? Als leerkracht weet je misschien soms niet meer waar het nu weer over gaat. Daarom: een lijstje met de meestvoorkomende termen die goed zijn om als leerkracht te weten én waar je op moet letten. 

Wat je overal wel tegenkomt

Bingewatchen: laaaang achter elkaar kijken van films of series. Hoef je als leerkracht niets mee, maar bedenk wel dat je het niet promoot, omdat het slecht voor je gezondheid kan zijn als je het te veel doet. Maar ja: what else is new?

Content: informatie die je online deelt. Dat kan in allerlei vormen; een vlog, een foto, geschreven tekst. Je zoekt de meest aansprekende manier om je boodschap over te brengen.

FOMO: letterlijk: fear of missing out. Hoe vaak pak je je mobiel of check je je mail, terwijl dat eigenlijk niet nodig is? Je doet het alleen omdat je bang bent iets te missen. In extreme vorm kan het een verslaving zijn. Goed om eens te bespreken met je leerlingen!

FAQ: letterlijk: frequently asked questions. Een lijstje met veelgestelde vragen. Op veel websites te vinden.

Wat er onder je leerlingen speelt

Social challenges: Op veel social media gaan challenges rond, waarin gebruikers uitgedaagd worden een bepaalde opdracht te doen. Dit wordt uiteraard gefilmd en op social gedeeld. De meeste challenges zijn gewoon leuk, zoals de bottle flip- of no-makeupchallenge. Maar er zijn challenges die gevaarlijk zijn. Uit het nieuws ken je vast voorbeelden van challenges met een slechte afloop. Hier vind je een lijst met actuele challenges. Hou het in de gaten en bespreek met je leerlingen het gevaar van deze hypes.

Cyber bullying: pesten via digitale media. Denk aan nare whatsappjes, spammen (het -vaak veelvuldig- sturen van ongewenste mails of berichten) of iemand buitensluiten of negeren op online omgevingen. Eigenlijk alles wat je bij pestgedrag ziet, maar dan online.

Online shaming: een vorm van cyber bullying die erop gericht is iemand publiekelijk voor schut te zetten. Bijvoorbeeld het rondsturen van bewerkte foto’s of ongepast reageren op een post van iemand. Het kan op kleine schaal, maar je ziet het ook wel bij bekende personen die op deze manier helemaal afgebrand worden. Op scholen komt dit ook erg veel voor.  

Sexting: het online versturen of plaatsen van seksueel getinte content. Dat kan vanuit degene zijn waar het om gaat, een meisje stuurt bijvoorbeeld een sexy foto naar haar vriendje. Maar het kan ook zijn dat leerlingen dit vervolgens naar elkaar doorsturen of zelf een foto bewerken en deze online zetten. Dan kan het hele nare vormen aannemen.

Wat er op internet voorkomt

Cybercrime: criminaliteit via internet. Dit heeft allerlei vormen. Voorbeelden zijn phishing (denk aan whatsappfraude en nepmails), social engineering (je wordt bijvoorbeeld opgebeld door iemand die zich voordoet als bankmedewerker met als doel bij jouw rekening te komen) en hacken (er wordt in een computer-(systeem) ingebroken en gegevens worden gestolen of het systeem wordt aangetast). Hackers kunnen gebruik maken van malware, dit is software die een computer binnendringt en daar problemen veroorzaakt. Leerlingen zijn kwetsbaar voor dit soort zaken (voor zover van toepassing), omdat zij nog niet goed kunnen inschatten wanneer het niet te vertrouwen is.

Hoax: een bericht dat via internet wordt verspreid om mensen te waarschuwen of ergens warm voor te maken, alleen: het is nep. Voorbeelden zijn waarschuwingen voor gevaarlijke internetvirussen die rondgaan, of miljoeneninvesteringen van bekende Nederlanders die ‘de bankwereld op z’n kop zetten’. Deze berichten worden vaak massaal gedeeld. Het gevaar is dat er paniek om niets uitbreekt of mensen zonder grond ergens van beschuldigd worden. Een hoax is dus eigenlijk een vorm van fake news (nepnieuws) en heeft als doel het beïnvloeden van de mening van anderen of ergens winst uit te halen.

Grooming: of cyberlokkers, online predatie. Helaas zijn er veel kinderen die hier, bewust of onbewust, mee in aanraking komen. Via sites proberen mensen met seksuele bedoelingen contact te krijgen met kinderen. Openbare chatrooms zoals Omegle zijn hiervoor heel gevoelig. Personen die hiermee bezig zijn doen zich vaak voor als leeftijdsgenootjes. Ook komt het steeds meer voor dat onschuldige foto’s die door ouders op social media worden geplaatst, via pedofiele netwerken worden verspreid, al dan niet bewerkt. 

BBIAB

Nou, AFAIK zijn dit wel de belangrijkste termen ATM. TBH best een lijstje om rekening mee te houden IMO. Mis je nog een term? LMK!

Geen idee waar dit over gaat? Kijk hier! HF!

Door Linda van Myndr