Leerlingen aan het roer

Een school waar leerlingen vlogs opnemen? Of lessen over ict geven? Op basisschool BBS Antonius in Asten-Heusden laat bovenbouwleerkracht Roy van den Reek zien hoe je de digitale wereld een prominente en tegelijk goed doordachte plek in je onderwijs geeft. 

Vertel. Hoe krijg je dat voor elkaar?

‘Door het innovatiefonds binnen onze stichting kon ik veel doen voor de digitale ontwikkeling op onze school. Daardoor hebben wij inmiddels een ruimte met een complete studio, een megagroot greenscreen en een aantal brainstormtafels. Dat wordt heel vaak gebruikt. Ik was al een tijdje bezig met een ict-team en later kwam daar een vlogteam bij. Die teams hebben echt een functie binnen onze school. 

Ik heb het ict-team bijvoorbeeld een video laten opnemen om aan collega’s uit te leggen hoe ze tijdens thuiswerkperiodes een instructie op konden nemen. Kinderen weten immers vaak al hoe de techniek werkt, terwijl leerkrachten hierin soms nog zoekend zijn. Als je als leerkracht bereid bent je open te stellen om te leren en te vragen, dan krijg je de lerende organisatie waar ik enorm in geloof. Dat is misschien een hele cultuuromslag, maar wel een hele mooie.’

Hoe zet je die teams in voor de leerlingen?

‘De leerlingen voor die teams, die kies ik zelf. Ik nodig leerlingen uit waarvan ik denk: die kunnen hun vaardigheden inzetten én hebben daar echt iets te leren. Ik heb bijvoorbeeld voor het vlogteam gekozen voor drie meiden die in de klas wat terughoudend zijn. Hen heb ik voice-overs in laten spreken bij video’s. En dan hoor je in de klas andere kinderen zeggen: ‘Hé, ik hoorde je eigenlijk nooit zo praten’. Dat doet écht iets.

Die meiden zijn momenteel lessen aan het voorbereiden over mediawijsheid. Daar heb ik ze helemaal vrij in gelaten. Toen ik kwam kijken bleek dat ze een nepprofiel hadden gemaakt, om klasgenoten te leren wat dat is. Dat was wel vet. Ze hadden alleen via internet een echt meisje opgezocht en haar profielfoto gepakt. Toen heb ik uitgelegd: ‘Dat is niet de bedoeling, want je bent nu écht een nepprofiel aan het maken en dan ben je strafbaar. Dus dat kun je beter niet doen.’ Ik heb ze op Pixabay gewezen, daar staan rechtenvrije afbeeldingen die je mag gebruiken. Dat is wel kicken hoor, om dat zo te sturen en mee bezig te zijn. Want die meiden die zo terughoudend zijn gaan ineens dat podium op in de klas en nemen de andere kinderen mee in zo’n belangrijk onderwerp. Het voelt ook veel natuurlijker, veel echter, als ze leren door op zo’n manier betrokken te zijn. Op deze manier speelt het echt voor ze.’ 

Hoe hebben jullie internet op school geregeld?

‘Internet is vanuit onze stichting (PRODAS) geregeld. We hebben heel goed internet en behoorlijk wat devices. Onze kleuters hebben iPads en digiborden met kantelbare touchscreens. In de midden- en bovenbouw hebben ze 50 chromebooks per bouw. We gebruiken ze voornamelijk voor een aantal weektaken en voor IPC – International Primary Curriculum, een internationaal curriculum waar de zaakvakken in zitten: natuurkunde, scheikunde, aardrijkskunde, creatief, red.-. IPC doen we 8 uur per week. En in die 8 uur dompelen we onze kinderen onder in een thema.

We geven de kinderen bewust veel vertrouwen: de Chromebooks liggen voor het grijpen, ze kunnen zelf printen, ze kunnen naar het greenscreen lopen als ze bijvoorbeeld een foto willen maken om te verwerken in een presentatie. Dat vind ik altijd heel mooi om te zien, hoe ze dat doen.’

Geef je ook grenzen aan als het gaat om internet?

‘Ik gebruik voor IPC vaak mijn website www.po-skills.nl, waar ik altijd een aantal linkjes en zoekwebsites klaarzet waar ze op mogen zoeken. Zo zien ze heel snel: deze linkjes horen bij deze les, en deze pagina’s mag ik gebruiken om te zoeken. Het internet is gewoon heel groot en zeker groep zes is nog erg zoekend. Dus als we dat al een beetje voorsorteren helpt ze dat wel. Maar soms mogen ze zeker het hele internet gebruiken, al is dat begrensd en komen de kinderen sowieso niet op sites waar wij niet willen dat ze komen.’

Doen de kinderen online wel eens iets anders dan de bedoeling is?

‘Ja, natuurlijk. Weet je, als ik langs kom lopen zie ik echt wel een keer een tabblad wegschieten. Maar als ik dan knipoog en zeg: ‘Ja jongens, ik ben niet gek’, dan weten ze genoeg en dan gaan ze weer verder. Soms moet je dingen ook mis laten gaan. Als je ze er dan achteraf mee confronteert dat hun werk niet af is en dat dat ergens aan ligt, dan kun je kijken of ze daar open en eerlijk in zijn. Reflecteren op hun proces is heel belangrijk: dat je zegt: ‘Waar had je zelf iets anders kunnen doen? ‘t Is niet af, dat is niet erg, maar had jij iets anders kunnen doen en waar kun je in verbeteren?’ Dat is wat ik constant tegen de kinderen zeg: ‘Fouten maken móet. Als je een les hebt en je hebt nul fout, dan heb je niks geleerd. Dus je móet die fouten maken, dat hoort bij leren.’ 

Ook een ict-team of vlogteam beginnen? Kijk voor inspiratie op de website van Meester Roy (www.po-skills.nl)

Door Linda van Myndr