Blogserie
Deze blog is onderdeel van de serie 'Gastblog'.
Deze blog is onderdeel van de serie Gastblog. Lees alle blogs in deze serie
In deel 1 van deze serie zagen we waarom wij mensen zo makkelijk te verleiden zijn door onze smartphones. Dat komt door hoe ons brein in elkaar zit. Fundamenteel gezien is er wat dat betreft geen verschil tussen kinderen en jongeren enerzijds en volwassenen anderszijds. Het effect van de smartphone op ons brein is hetzelfde.
Maar….
Er zijn enkele belangrijke verschillen tussen volwassenen en jonge mensen. Dit maakt het voor hen nóg moeilijker om goed met smartphones om te gaan.
Allereerst zijn in het jonge brein de sturende vaardigheden nog niet voldoende ontwikkeld om weerstand te bieden aan de verleidingen van een smartphone.
Daarnaast zijn pubers en adolescenten kwetsbaarder voor invloeden van buitenaf dan volwassenen.
Een derde punt betreft slapen. Voor jongeren is een goede slaap heel belangrijk. Maar de neiging van jongeren om constant met schermpjes bezig te zijn heeft een negatieve invloed op hun slaap.
Sturende vaardigheden
Sturende vaardigheden zijn fundamentele denkvaardigheden die nodig zijn om inkomende informatie te verwerken, afleiding weg te filteren, volgehouden aandacht te geven, prioriteiten en doelen te stellen, impulsen te beheersen en ons gedrag te sturen. Dankzij die vaardigheden kunnen we ons doelgericht gedragen en ons impulsieve reflexbrein wat onder controle houden. Deze vaardigheden zijn echter pas optimaal ontwikkeld op de leeftijd van 21-25 jaar.
Een voorbeeld van een sturende vaardigheid is aandachtscontrole. Dit is de vaardigheid om te kiezen waar je aandacht aan geeft en wat je negeert (selectie) en ook je aandacht gericht te houden (focus), ondanks afleiding. Kinderen hebben deze vaardigheid nog niet zodanig ontwikkeld dat ze weerstand kunnen bieden aan de afleiding van bijvoorbeeld apps. Voor vrijwel alle kinderen geldt dat verkeerd met hun appjes omgaan een negatieve invloed heeft op hun leren. Met een brokkelbrein ben je niet in staat tot doelgerichte volgehouden ononderbroken aandacht voor één taak. Dat betekent dat je je huiswerk niet goed kunt maken, dat je je aandacht niet bij de les kunt houden, dat je niet goed kunt leren, dat je niet goed kunt onthouden. Je presteert onder het potentieel van je denkbrein.
Zoals elke vaardigheid moeten ook sturende vaardigheden aangeleerd en getraind worden, pas dan kan er goed met digitale media worden omgegaan. Kinderen worden dus niet vanzelf digitaal vaardig of digitaal wijs. Er is méér nodig dan in staat zijn je telefoon in de tas aan de ingang van de klas te stoppen. Veel kinderen kunnen dat wel, maar denken dan toch nog continu aan wat er ondertussen op hun telefoontje gebeurt. De externe afleiding door allerlei biepjes en waarschuwingen is dan wel uitgeschakeld, maar het is nu een interne afleiding geworden. Hierdoor wordt hun aandacht onderbroken, omdat ze in gedachten alsnog met hun telefoon bezig zijn. Ze blijven psychologisch afhankelijk, ook als hun telefoon niet binnen handbereik is.
Grotere kwetsbaarheid
Toen ik vóór 2014 literatuuronderzoek deed bleek al uit allerlei wetenschappelijk onderzoek dat verkeerd schermgebruik heel sterk samengaat met psychosociale problemen. Echter, met het soort onderzoeken dat toen beschikbaar was weet je niet wat oorzaak en wat gevolg is. Veroorzaakt verkeerd schermgebruik die problemen of gaan kinderen meer op het internet omdat ze problemen hebben? Ondertussen is dat door meer onderzoek wel duidelijk geworden. Als jonge mensen altijd verbonden zijn met apps geeft dat grotere kans op het ontstaan van eenzame, angstige, boze, ongelukkige en depressieve gevoelens. Vooral meisjes die intens met sociale media bezig zijn lopen een groter risico. Ze hebben meer kans op verhoogde stress (door verhoogde sociale druk), onvrede met de thuissituatie (door verminderde interacties), een verminderd gevoel van zelfwaarde (te afhankelijk van likes) en onvrede met hun lichaamsbeeld. Bovendien: kinderen met emotionele problemen zijn inderdaad sterker geneigd verkeerd met antisociale media om te gaan, waardoor een vicieuze cirkel ontstaat.
lees verder onder deze leestip
vervolg van het blog
lees verder onder deze leestip
vervolg van het blog
Het belang van slaap
Als we slapen is ons archiverende brein bijzonder actief met het verwerken, ordenen, emotioneel verwerken, opbergen en vinden van informatie. Bovendien zijn onze hersencellen een soort bio-elektrische computers die, net zoals biochemische fabrieken, afval produceren. Als we slapen worden onze hersenen grondig schoongemaakt. Slapen we te weinig, dan stapelt de vuile troep zich op. Het brein functioneert dan niet optimaal, tot we eindelijk weer eens lang genoeg slapen voor een grote schoonmaak.
Kinderen en jongeren hebben veel slaap nodig. De hoeveelheid slaap is van invloed op zowat alle hormonen, waaronder het groeihormoon en hormonen die instaan voor de verwerking van vet. Ook is slaap van belang voor het optimaal functioneren van de hersenen.
Dat geldt natuurlijk net zo goed voor volwassenen. Maar het lichaam en vooral het brein van jonge mensen zijn nog in volle ontwikkeling en daardoor kwetsbaarder voor slaapgebrek. Veel kinderen en jongeren zijn echter tot laat met een scherm bezig, mede door de deels nog niet ontwikkelde sturende vaardigheden. Ze slapen daardoor veel te weinig. Bovendien gaat de kwaliteit van je slaap achteruit als je tot je je ogen dicht doet naar een schermpje tuurt. Tot 30% van de jongeren laat zich zelfs ’s nachts wekken om meteen op berichtjes te reageren. Dit gedrag is van grote invloed op de kwaliteit en duur van de slaap.
De druk op het jonge brein
Jonge mensen ontwikkelen zich nog volop. Smartphones en appgebruik hebben invloed op die ontwikkeling: vaardigheden zoals het sturen van hun aandacht komen in het geding, antisociale media hebben grote invloed op hun zelfbeeld en sociale ontwikkeling en hun slaap wordt negatief beïnvloed. Dat zijn juist de dingen die rustig moeten rijpen en groeien.
Het is daarom van belang dat volwassenen vriendelijk maar heel kordaat grenzen stellen aan schermgebruik. Kinderen gezond schermgebruik aanleren betekent erover praten, hen begeleiden, het gebruik kanaliseren en zeker ook controleren. Zo zijn ze tegen het einde van de adolescentie autonoom en kunnen we ze hun gang laten gaan, met een minimum aan supervisie.
Maar waarom zien we dat dan zo weinig om ons heen? Daar gaan we in deel 3 van deze serie eens naar kijken.
Reacties