Geheel vrijblijvend Myndr proberen? In een paar klikken geregeld!

‘Blokkeer jij websites? Vertrouw je je leerlingen soms niet?’

5 redenen om geen internetfilter te gebruiken
Onderwijs

Door Linda van Aalderen — 9 april 2024

Leestijd: ongeveer 6 minuten

Internet filteren is voor sommige mensen een no-go. Het heeft een beetje een negatieve connotatie. Behoudend. Wantrouwend. Niet met de ontwikkelingen mee. Kop in ‘t zand steken. In dit artikel kun je lezen waarom internet reguleren (dat klinkt al beter 😉 ) juist een heel goed idee is als je kinderen wilt voorbereiden op de toekomst. 

De vijf meest voorkomende argumenten tégen websites blokkeren en de visie van Myndr.

1. ‘Ik vertrouw mijn leerlingen gewoon.’

De meeste klassen hebben afspraken over wat op internet wel en niet mag. Net als dat je regels hebt over hoe kinderen met elkaar omgaan en met jou als leerkracht. Meestal weten kinderen trouwens heel goed wat wel en niet de bedoeling is. Dat ze elkaar niet mogen slaan, dat ze jou anders benaderen dan hun klasgenoten en dat ze niet mogen gamen onder het rekenen. 

Alle regels worden wel eens overtreden. Dat geeft niet, want dat is inherent aan regels hebben. So far so good.

Het wordt anders als leerlingen constant een soort externe trekkracht ervaren om de regels te negeren. En dat is precies het geval als ze op internet werken. Online is er namelijk doorlopend getouwtrek om aandacht, aangezien daar de verdienmodellen op ingericht zijn. En dat gebeurt dus ook in het klaslokaal. Kinderen zijn qua hersenontwikkeling nog niet zelfstandig in staat goed met deze trekkracht om te gaan. Het gaat er dus niet om of je je leerlingen vertrouwt. Het gaat erom dat ze vanuit zichzelf niet toegerust zijn om in deze omgeving ongehinderd te functioneren. 

Websites blokkeren zodat leerlingen niet van hun werk afgehouden worden heeft dus niets met wantrouwen te maken. Als je niets blokkeert creëert dát juist wantrouwen, omdat je als leerkracht weet dat je leerlingen overal bij kunnen en ze daar ook in meer of mindere mate gebruik van maken. Daardoor word je als leerkracht gedwongen alert te zijn op wat je leerlingen voor tabbladen open hebben staan. Het feit dat schermcontrole zo veel gebruikt wordt, laat dit duidelijk zien. Als leerkrachten hun leerlingen zouden vertrouwen, was meekijken op de schermen van leerlingen niet nodig.

2. ‘Bij mij doen ze dat niet’

Als je dit als leerkracht kunt zeggen, is de band met je klas gebaseerd op vertrouwen. En dat is heel mooi, als jouw klas je het gevoel geeft dat ze niet zomaar andere dingen doen op internet. Alleen is het helaas geen kwestie van doen of niet doen. Het is een kwestie van verleid en afgeleid worden. En dat gebeurt in elke klas. 

Hoe gevoelig je leerlingen zijn en hoe je ze begeleidt, heeft zeker invloed op hoe vatbaar ze hiervoor zijn. Aandacht voor mediawijsheid en digitale geletterdheid zijn niet voor niets onmisbaar bij het opgroeien in deze tijd. Kinderen moeten gaandeweg leren zichzelf te managen als ze online zijn. De praktijk is echter dat de meeste leerlingen hier nog niet zijn, zowel qua toerusting als qua ontwikkelingsfase. Daar komt bij dat als één leerling online is afgeleid, dat invloed heeft op de leerlingen om hem of haar heen. Zij merken dat iemand een YouTube-filmpje aan het kijken is of zijn Minecraft-highscore probeert te verbeteren. Uit onderzoek blijkt dat ‘meekijkers’ nog langer uit hun concentratie zijn dan degene die iets anders aan het doen is. 

3. ‘Ze moeten toch leren ermee om te gaan.’

Dit is een logische gedachte, omdat kinderen altijd en overal online kunnen zijn. We kunnen niet doen alsof we op school een deel van het internet weg kunnen toveren en ze er dus niet mee om hoeven leren gaan. De vraag is echter wat dat ‘ermee om leren gaan’ inhoudt. 

Een kind dat iets nieuws leert, leert dat niet door direct volop op hoog niveau te moeten presteren. Je traint bij judo niet direct voor de zwarte band en je hoeft bij je eerste zangles niet I Will Always Love You van Whitney Houston te coveren. 

Leren gaat stap voor stap, en telkens is de nieuwe stap een logisch gevolg op de vorige (de zone van de naaste ontwikkeling). Dát is wat je juist door internet te reguleren zo mooi kunt doen. In plaats van ze in één keer zonder aangeleerde vaardigheden met het complete internet te laten dealen, kun je je leerlingen telkens dat van internet geven waar ze veilig de volgende stap kunnen maken. Op die manier bouwen ze zelfvertrouwen op. Zo leer je ze gaandeweg online keuzes te maken. Wat laat ik wel en wat laat ik niet toe? Waar stel ik mezelf aan bloot en wat laat ik voorbij gaan? Reageer ik op dit bericht of niet? Die keuzes moeten maken terwijl ze ook al een andere taak hebben is gewoonweg te veel. Je kunt prima een keer onder rekenen ook een oefening mediawijsheid doen, maar dan gericht en met instructie. Ze moeten het er niet elke les bij krijgen, dat gaat ten koste van andere leeropbrengsten.

4. ‘Thuis kunnen ze ook overal bij.’

Dit lijkt een heel valide reden om op school de online ruimte hetzelfde te laten als thuis. Maar het gekke is dat we dit argument alleen voor de online wereld gebruiken. Over heel veel andere zaken zijn we glashelder dat er op school andere regels gelden dan thuis. Dat is omdat je op school komt om te leren en niet om te hobbyen, leuke dingen te doen met je familie en te slapen. 

Dat bevestigen we door afspraken over wat wel en niet de bedoeling is. Je neemt geen speelgoed mee naar de klas. Je steekt je vinger op voor je iets zegt. Je moet het vragen als je naar de wc moet. Allemaal dingen die thuis anders gaan (mag ik hopen). Dus ’thuis kunnen ze ook overal bij’ is geen argument an sich. De vraag is wat je leerlingen op school met internet moeten en hoe het in de juiste context staat. Op school heb je een laptop om te leren, thuis om te ontspannen. Natuurlijk is het lastig dat het hetzelfde apparaat is. Juist daarom is het van belang dat verschil goed aan te geven, dan wordt het voor leerlingen ook duidelijk dat je met verschillende doeleinden van internet gebruik kan maken en dat je daar je mindset op kan leren afstemmen. 

5. ‘Ik heb al meekijksoftware.’

Schermcontrole is een veelgebruikte methode, maar helaas is het een schijnoplossing. Het pakt de oorzaak van het probleem niet aan, maar je probeert er een symptoom mee te onderdrukken. Je leerlingen kunnen namelijk alsnog altijd overal bij en worden dus steeds verleid en afgeleid. 

Bovendien is schermcontrole alleen nuttig als je achter je eigen laptop zit. Zodra je bij je eigen laptop vandaan loopt, werkt het niet meer. Je leerlingen hebben dan vrij spel. En die ruimte zullen ze ook benutten als ze nog niet geleerd hebben goed met die afleiding om te gaan. Dat betekent dat je moet ingrijpen als het misgaat en consequenties moet stellen. Meekijksoftware is gebaseerd op wantrouwen en niet op vertrouwen in de eigen ontwikkeling. Terwijl kinderen veel beter leren als ze vanuit een positieve benadering steeds meer online ruimte krijgen.

Als leerkracht kost schermcontrole je uiteindelijk alleen maar extra energie, tijd en aandacht. Daarnaast ligt de software van schermcontrole steeds meer onder vuur. Er zijn inmiddels veel vraagtekens rondom het gebruik van data en de effecten op kinderen van deze software. Zoals de meeste meekijksoftware nu functioneert, voldoet het in ieder geval niet aan het aankomend Normenkader. 

lees verder onder deze leestips

Meekijksoftware. Een veelgebruikte maar dubieuze oplossing voor afleiding op internet. 

Raken je leerlingen afgeleid tijdens online werken? Standaard wordt meekijksoftware als oplossing aangeboden. Maar wat doen deze programma’s eigenlijk?

Doe de smartphonechallenge met je leerlingen! 

Zijn jouw leerlingen veel tijd kwijt aan hun smartphone? En hoe zit dat eigenlijk met jezelf? Breng het in kaart met deze challenge en ga de uitdaging aan jullie tijd meer te gebruiken zoals jullie zelf willen!

Vier oplossingen voor digitale afleiding

Hoe kan je online afleiding in de klas voorkomen? Alle oplossingen op een rijtje!

vervolg van het blog

Websites blokkeren is je leerlingen op weg helpen

Hoe meer je internet aanpast aan waar je leerlingen qua ontwikkeling zijn, hoe meer zij zich op leren kunnen focussen in plaats van hun hoofd boven water houden. We denken vaak dat leerlingen zich zo makkelijk redden online, maar onderzoek na onderzoek laat zien dat dat maar buitenkant is. Ze zijn gewoonweg nog niet in staat de keuzes te maken die online van hen gevraagd worden. Dat is een constant overvragen. Door je leerlingen stap voor stap de juiste vaardigheden aan te leren waarmee ze online zelfvertrouwen opbouwen, geef je ze één van de belangrijkste leerprocessen van deze tijd mee. Want leren ze dat niet, dan blijven ze verzanden en blijven ze speelballen van online platforms die precies weten hoe ze aandacht moeten vasthouden. We zien onder jongeren wat daar de gevolgen van zijn. 

Gebruik Myndr voor een passende toegang tot internet, elke les weer

Myndr is een perfecte tool om leerlingen stap voor stap te leren zich goed te verhouden tot de grootte van internet. Je past de toegang aan op de les die je geeft en de mate waarin je leerlingen al vaardigheden ontwikkeld hebben. Zo kunnen ze veel relaxter leren en vanuit vertrouwen in hun eigen kunnen online stevig in hun schoenen staan. 

Meer lezen over de bijwerkingen van digitalisering in het klaslokaal? Lees erover in onze publicatie.

Door Linda van Myndr

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

  • Video 1
  • Video 2
  • Video 3
  • Video 4
  • Video 5